WILLEMSTAD — Voor 813 kinderen die dit jaar zijn aangemeld voor een Nederlandstalige school, is geen plek. Dit aantal is in vergelijking met vorig jaar met ruim honderd toegenomen. Dat blijkt uit resultaten van een onderzoek over de toegankelijkheid op Nederlandstalige scholen door de Onderwijsinspectie.

Minister van Onderwijs Omayra Leeflang (PAR) maakte dit gisteren tijdens de wekelijkse persconferentie bekend. In totaal zijn 1185 kinderen aangemeld voor inschrijving op een van de vier Nederlandstalige of de enige officiële tweetalige school. Uit dat onderzoek blijkt dat 372 leerlingen wel geplaatst zijn, minder dan eenderde van de aanvragen.

Op de Marnixschool (protestants) zijn 84 kinderen geplaatst, de Albert Schweitzerschool (protestants) heeft dit jaar plek voor 89 leerlingen en op het katholieke Vigdis Jonckheer-Mensingcollege zijn 85 kinderen aangenomen. Deze scholen nemen de meeste leerlingen aan van alle basisscholen. Ze hebben elk drie eerste groepen.

De openbare Johan van Walbeeckschool kreeg 295 aanmeldingen, maar kon slechts 59 kinderen aannemen. De Römerschool, openbaar en de enige tweetalige school, kreeg 253 aanmeldingen, waarvan slechts 55 kinderen geplaatst konden worden.

Al jarenlang is de vraag naar plaats op Nederlandstalige scholen groter dan het aanbod. Dit jaar bedroeg de toename honderd ten opzichte van vorige jaar. Ten opzichte van 2005 zijn er driehonderd aanvragen meer.

De scholen werken formeel niet met een wachtlijst.